'Ik maak geen kunst om de kunst zelf, maar om de beleving’



Een portret van kunstenares/cultureel pedagoge Henny Weima



Door Saskia Blokker



Watergraafsmeer - Bij binnenkomst in het huis van Henny Weima (1949) in de Watergraafsmeer valt één ding meteen op: de collectie van Afrikaanse kunst en herinneringen aan de periode waarin ze in Zaïre woonde (het huidige Congo). Wat was bedoeld als een bezoek aan een goede vriend groeide uiteindelijk uit tot een verblijf van bijna zestien jaar. Omdat er in Zaïre een oorlog was uitgebroken verliet Henny in 1997 noodgedwongen haar huis op de Bateke hoogvlakte om weer naar Nederland terug te keren. Voor haar vertrek was ze eerst een maand lang bezig om haar tuin gedetailleerd vast te leggen in tekeningen, bij wijze van afscheid nemen. Over het maken van die tekeningen zegt ze: ‘Voor mij was het een manier om te overleven.’ Het hield haar op de been in een uiterst moeilijke periode.



Deze tekeningen van Henny’s tuin in de tropen hadden een prominente plaats op de tentoonstelling van haar werk in de Oosterkerk, in februari van dit jaar. Deze tentoonstelling, met als titel "Landschappen, de oogst van 5 jaar tekenen ‘en plein air’", bood een chronologisch overzicht van tekeningen die Henny de afgelopen jaren maakte. Zo waren er onder meer werken te zien, die gemaakt waren in Uruguay, Spanje, Nieuw-Zeeland en Australië.



Over haar ontwikkeling als kunstenares zegt Henny: ‘Vroeger werkte ik figuratief-symbolisch, echte jonge-meisjeskunst was dat’. Om dit te illustreren laat ze wat van haar werk uit die tijd zien. Wat opvalt is de gedetailleerdheid van deze tekeningen en de verwijzingen naar haar privéleven die ze erin verwerkt heeft.



Later is ze overgestapt naar de manier van werken die ze tot op heden hanteert: het in de open lucht tekenen van landschappen. Henny maakt dus geen gebruik van een atelier. Ze trekt met haar tekenspullen de natuur in en zodra ze inspiratie heeft gaat ze ter plekke aan de slag. De materialen die ze hierbij gebruikt zijn inkt en (pastel)krijt. Meestal is zo’n tekening vrij snel af. Hij wordt nooit achteraf bijgewerkt. Henny tekent het landschap dat ze waarneemt, maar wordt hierbij ook beïnvloed door haar innerlijke gemoedstoestand op dat moment. Ze neemt geen afstand van hetgeen ze tekent om het zo gedetailleerd mogelijk vast te kunnen leggen, maar wordt als het ware onderdeel van de omgeving en tekent vervolgens haar eigen impressie hiervan. Een heel persoonlijke werkwijze. Zelf verwoordt ze het als volgt: ‘Ik maak geen kunst om de kunst zelf, maar om de beleving. Het tekenen is onderdeel van een geheel. Het wandelen, het landschap waarin en de hond waarmee gewandeld wordt, het is allemaal even belangrijk. Als er een aardige tekening ontstaat is dat meegenomen.



Alhoewel Henny Weima vrij jong begon met tekenen had ze als tiener nog geen loopbaan als kunstenares voor ogen. In haar geboorteplaats Aalsmeer doorliep ze eerst de Middelbare Tuinbouwschool, voor haar als destijds zestienjarige kwekersdochter een logische keuze. Maar tijdens deze opleiding ontdekte ze dat er voor haar geen toekomst was weggelegd in de bloementeelt. ‘Die school was niets voor mij. Als er tijdens de les een machine in elkaar gezet moest worden uit losse onderdelen vroeg ik aan de jongens uit mijn klas of ze dat voor me wilden doen. Wat ik wel erg leuk vond was het maken van affiches, onder andere voor schoolfeesten.’ In 1968, direct na het afronden van de Tuinbouwschool, besloot ze dat ze iets wilde gaan doen waarbij ze haar creatieve kant verder kon ontwikkelen. Ze meldde zich aan voor de Rietveldacademie. Tot haar eigen verbazing (ze had nooit les gehad in tekentechnieken) kwam ze als een van de weinige aspirant-studenten door de strenge selectie voor deze school. Naast tekenlessen volgde ze op de Rietveldacademie ook lessen in creativiteitsontwikkeling.



Na deze opleiding voltooide ze ook nog een deeltijdstudie Sociale en Culturele Pedagogie. Henny is namelijk niet alleen iemand die zelf graag creatief bezig is, maar ook iemand die graag anderen aanzet tot het ontwikkelen van hun creatieve talenten en het vergroten van hun kennis over kunst en cultuur. Dit cultureel pedagogische werk doet ze zelfs zo graag dat het tekenen daardoor wel eens een tijd lang op een laag pitje komt te staan. Zoals tijdens de jaren waarin ze werkte als cultureel adviseur voor de gemeente Aalsmeer en als educatief medewerker bij de Culturele Raad van Noord-Holland. Bij de vraag of ze zichzelf nu beschouwt als kunstenares of sociaal cultureel pedagoog schiet ze even in de lach: ‘Dat ligt eraan. Tussen kunstenaars voel ik me vaak een pedagoog, tussen pedagogen een kunstenaar.’



Om meer toe te komen aan het tekenen besloot Henny in 1982 te stoppen met het werk voor de gemeente Aalsmeer en de Culturele Raad. Ze vertrok naar Zaïre om een vriend op te zoeken. Eenmaal daar viel ze al snel terug in haar rol van cultureel pedagoge en begon ze activiteiten te organiseren voor de plaatstelijke bevolking. Na een tijdje kwam ze in contact met de Hanns-Seidel-Stiftung, een Duitse organisatie voor ontwikkelingswerk. Deze organisatie bood haar een baan aan en vervolgens werkte Henny vijftien jaar lang mee aan het opzetten van vele projecten op het gebied van onderwijs, gezondheidszorg, fondsenwerving en sociaal en cultureel opbouwwerk. Daarnaast organiseerde ze tentoonstellingen van Congolese kunst, waaronder een tentoonstellingstournee door Nederland, België en Duitsland. Aan tekenen kwam ze in die jaren nauwelijks toe, behalve dan in die maand vlak voor haar gedwongen terugkeer naar Nederland.



Eenmaal terug in Nederland was Henny vijf jaar lang weer regelmatig bezig met tekenen. Ze paste op huizen van vrienden in binnen- en buitenland en legde tijdens haar verblijf de omgeving vast in tekeningen. Daarbij werd ze altijd vergezeld door haar hond Kashalla, die ze had meegenomen uit Zaïre. Henny is een echt hondenmens, ze trekt het liefst de natuur in met een trouwe viervoeter aan haar zijde. Helaas is Kashalla vlak voor de tentoonstelling van het werk dat Henny maakte tijdens hun gezamenlijke tochten overleden. De tentoonstelling is dan ook aan Kashalla opgedragen.



Het afgelopen jaar had Henny weer wat minder tijd voor haar eigen werk. Ze organiseerde in 2003 ‘Schetsen tussen de coulissen’ voor het Theatermuseum Amsterdam. ‘Een verre tante van me heeft toen ze jong was tussen de coulissen van o.a. de Amsterdamse Stadsschouwburg schetsen gemaakt van bekende 2 acteurs uit die tijd, zoals Ko van Dijk, Ank van der Moer en Ton van Duinhoven. Hier heb ik een tentoonstelling en een bijpassend boekje van gemaakt. Ook had ze haar handen vol aan het organiseren van haar soloexpositie in de Oosterkerk. 3 Tevens zet zich al sinds haar terugkeer in Nederland in voor projecten in Congo, zoals een alfabetisatieproject en een gehandicaptencentrum.



Plannen voor de toekomst heeft Henny nog genoeg. Zo heeft ze wel weer eens zin om werk uit haar Congolese kunstcollectie te tonen, bijvoorbeeld in die leuke nieuwe galerie aan de Hogeweg. Tevens heeft ze contacten gelegd met galerieën in Antwerpen, die wel geïnteresseerd zijn in haar tentoonstelling zoals gehouden in de Oosterkerk. Verder heeft ze een plan ingediend bij het stadsdeel Oost/Watergraafsmeer om een tentoonstelling van haar werk te organiseren op het landgoed Frankendael. Voor die gelegenheid zou ze dan een serie tekeningen maken van de tuin van dit landgoed. Daar had men wel oren naar. Aardig zou het dan zijn om kinderen uit klassen van scholen in de buurt rond te leiden langs deze tekeningen. Vervolgens zou ze dan met de kinderen in Frankendael kunnen gaan schetsen. En die schetsen zouden dan op hun beurt ook weer tentoongesteld kunnen worden.



Henny Weima is een creatieve duizendpoot en een sociaal bewogen mens, zoveel wordt wel duidelijk uit haar levensverhaal. Het enthousiasme waarmee ze vertelt over de plekken die ze heeft bezocht, de mensen die ze heeft ontmoet, de tekeningen die ze heeft gemaakt en de kunstwerken die ze heeft verzameld werkt aanstekelijk. Gezien de plannen die Henny heeft zullen we in de toekomst zeker nog van haar horen!