3 De Bovenlanden
levenslust Zo nu en dan ben ik,
tijdens mijn verlof, weer even terug op mijn geboortegrond aan de
Westeinder. Ik vaar mee met een seringenkweker de plas op, langs de akkers
en de rietlanden van het Zwet. De hondjes Barber en Bennie vliegen over
het dek van de boot. De seringenakkers hebben hun eigen namen: ‘Buisland’,
‘land van Grote Piet’. In de zon, tussen de seringenkluiten, teken ik
de seizoenen. In de zomer wordt er tussen de sneeuwballen geschoffeld om
en om, rij voor rij, het lijkt wel een pas de deux voor twee mannen. In de
herfst worden de seringen rondgestoken en liggen de kluiten, bedekt met
riet, te wachten op vervoer naar de heet gestookte kassen. Het onstuimige
herfstweer, de pluimen, de takken , het riet, alles sluit naadloos aan bij
mijn gemoedsstemming. De inspiratie komt van twee kanten, vanuit het
landschap, maar ook van binnenuit. Het lijkt wel of het hevig
geïnspireerd zijn door een muze in het ene continent een grote invloed
uitoefent op het ervaren en tekenen van een landschap in het andere
continent. Het tekenen gaat als vanzelf, binnenwereld en buitenwereld
ontmoeten elkaar op het papier. |
||
|
||