HET UTNODIGENDE LANDSCHAP

(artikel Doopsgezind blad ‘Levenslicht’, november 2007)


Het uitnodigende landschap, zo betitelde dominee Sipkema op zondagochtend 18 november 1973 het wandkleed, dat op die dag officieel overhandigd werd aan de Doopsgezinde gemeente. Een vergezicht, een nieuw Aalsmeer, een nieuw perspectief , al deze benamingen welden bij hem op terwijl hij het kleed ‘inwijdde’.


Restauratie
De redactie van Levenslicht vroeg mij om iets te schrijven over het wandkleed, dat dit jaar door enkele leden van kring Job ( o.a. Jeannette, Herma, Marnel, Laura, ….) en ondergetekende werd gerestaureerd. In de Levenslicht van februari/maart dit jaar werd over deze reatauratie al bericht. De versleten draden werden vervangen, losse stukjes stof weer vastgezet. Het kleed is zachtjes afgeborsteld en vervolgens – heel voorzichtig- met een stofuiger verder schoon gezogen. Uiteindelijk werd besloten om het kleed niet uit het frame te halen en naar een stomerij te brengen. Wij durfden dit niet aan, vonden het kleed eigenlijk voldoende opgeknapt. Een enkel stukje werd nog met de hand schoongemaakt en het frame werd door Joblid Bas verstevigd.


Geschiedenis
Nu iets over de geschiedenis van het kleed. Ik heb wat oude krantenartikelen gelezen. In de Aalsmeerder courant van woensdag 14 november 1973 wordt de overhandiging van het kleed en de kleine bijbehorende expositie uitgebreid aangekondigd.
“Drie jaar lang heeft een vaste groep van vijf dames en een wisselend aantal vrijwilligsters minstens een middag per week aan het kleed gewerkt naar een ontwerp van de Aalsmeerse schilderes Henny Weima (24), die ook de supervisie had over de werkzaamheden.”
Van die vaste groep van vijf dames, herinner ik mij nog heel goed Ko Goebel, Jeltje de Jong en Annie Maarsen. De kleine expositie, die was ingericht in de Bindingzaal liet handwerkstukken van hen zien, tezamen met mijn schetsen, werktekeningen, aquarellen en foto’s van het wandkleed.
Andere nijvere handwerksters waren Alberdien Maarsse, Mat Eveleens en mevrouw Otto. Heel aandoenlijk vond ik het, dat mevrouw Goebel, voor het uitwerken van de Aalsmeerse kassen, stukjes stof van haar bruidsjurk meenam. Zo nam iedereen specifieke stofjes en wolletjes mee om bepaalde onderwerpen van het kleed zo goed mogelijk vorm te geven.
Als ik nu op dit gebeuren terugkijk weet ik eigenlijk niet hoe en waarom dit idee voor een kleed ontstond. Was het een idee van een zusterkring? Was het een idee van mij? Op een of andere manier was het er gewoon, ik kwam met schetsen en tekeningen van Aalsmeerse plekjes, alles werd op grote vellen gezet, de basisstof werd aangeschaft en poeff…we begonnen. Ik geloof wel, dat de handwerksters wel een beetje angstig waren in het begin, maar iedereen werd, al werkende, steeds losser en losser. We groeiden als het ware met het kleed mee, iedereen had zijn inbreng. Ds Sipkema zei het (op zijn eigen onnavolgbare wijze) heel mooi in zijn preek die zondag:
“Er zijn drie wandkleden – het kleed, dat God heeft geschapen – het kleed, dat de mens maakt en dat eigenlijk een afspiegeling is van die schepping – en het kleed, dat de mensen maken door hun daden, op welke wijze ze met elkaar omgaan.”
Zo was het inderdaad, deze samenwerking, het was heel inspirerend om met elkaar dit werkstuk te maken. En dit herhaalde zich weer een beetje deze zomer, 34 jaar later, in het nieuwe gebouw aan de kerk, weer was het heel prettig om met dit sympathieke groepje Job-vrouwen te werken. Waar ik ook nog aan toe wil voegen, dat het ook heel rustgevend was. Want wanneer doe je dat nu eigenlijk nog, vandaag de dag, zo’n beeje rustig met naald en draad in de weer zijn, onderwijl gezellig keuvelend?


De voorstelling
Op het langwerpige kleed van 2 bij 3 meter zie je onderaan, horizontaal, het dorp Aalsmeer. Van links naar rechts: de CAV, een praam met bloemen, veilingkarren, de ophaalbrug op de Uiterweg (= Aardbeienbrug), kassen, een Prunusveld, huis Dahlia Maarsse (historische tuin), molen de Korenleeuw, de Westeinderplas, de Doopsgezinde kerk, de winkel van Mantel, eerste (Leeuwenstein)-bruggetje op de Uiterweg, ophaalbrug Raadhuisplein, oude lantaarnpalen Uiterweg, gemeenthuis Berghoef, huis Topsvoort (met walviskaken) en het (halve) huis van de Bijen . Het bovenste grootste gedeelte van het doek laat een sappig groen berglandschap zien. (In mijn schetsen zie je in dit landschap ook nog een schaapherder met heel veel schapen. Die zijn echter uit het beeld verdwenen, dat zou een beetje al te druk geworden zijn, denk ik ).
Aan de zijkanten, links en rechts, zijn het geborduurde krijtstrepen, abstracte vegen, die zich langzamerhand, naar het midden toe, verdichten tot een concreet landschap. Ik herinner me op de handwerkmiddagen, dat dat mijn klus was, om met de onbeweeglijke techniek van het borduren beweging te suggereren.
In het midden van het landschap, bóven de Doopsgezinde kerk, breekt het landschap open. Daarachter gaat het landschap verder door, maar dan goudgeel van kleur met een stralende zon erboven. Zie daar, het uitnodigend landschap van dominee Sipkema, het bemoedigend vergezicht, het nieuwe Aalsmeer!


Het uitnodigende landschap
In zijn preek gebruikte dominee Sipkema ook een tekst van André Gide:
“Ik houd van verleden en heden, maar ik verkies de toekomst.”
Ik citeer:
“De ontwerpster en de groep handwerksters houden van Aalsmeer zoals het is gegroeid in het verleden en zoals het nu is: een vriendschap tussen natuur en kultuur; naast de oude huizen ook het gemeentehuis. De herfst-, winter-, lente- en zomerboom zijn alle aanwezig. Maar in het kleed is ook ruimte open gehouden voor het tweede deel van het citaat van Gide: kiezen voor het perspectief, het uitnodigende landschap. Er is niet alleen een uiterweg, maar ook een uitweg!
Dit was de hoopvolle en poëtische visie van dominee Sipkema. In latere ontwerpen kwamen bij mij ook altijd dit soort thema’s weer terug: de werkelijkheid, die zich achter de dingen bevindt, de spanning tussen vorm en inhoud.
Het zich openbrekende landschap kan natuurlijk ook, heel bijbels, beschreven worden als: de nieuwe hemel en de nieuwe aarde. Niet de hemel in het hiernamaals willen bereiken, maar hier en nu, op aarde. De zon die het wereldse landschap verwarmt en inspireert, de hemel, die op aarde komt. Zo zijn er allerlei interpretaties mogelijk.


Bestemming
En nu is dit kleed weer in zijn oude glorie hersteld, het hangt weer ‘als nieuw’ in een van de kamers van het nieuwe Bindinggebouw. De vraag is nu, blijft het daar? Of wordt het elders geplaatst? De meningen zijn daar nog over verdeeld! Er gaan stemmen op om het kleed aan de stichting Oud Aalsmeer te schenken en/of het officieel aan te bieden aan het gemeente Aalsmeer, het zou dan een een plaats kunnen krijgen in de Raadhuiskelders, bij de andere wandkleden, die daar geplaatst zijn. Anderen vinden, dat het gewoon in het bezit van de Doopsgezinde gemeente moet blijven.
De lezers van Levenslicht kunnen bij de besluitvorming helpen en worden bij deze uitgenodigd om hun mening te geven over de bestemming van het kleed. We wachten op reacties.

November 2007 - Henny Weima